Ochtendritueel X
De terrasstoelen liggen als dode dieren op de vlonder. Gisteren heb ik ze omgedraaid vanwege de storm en nu staan ze nog niet terug op hun pootjes. Ik draai de rieten stoel om en leg de schapenvacht erin, wikkel de meditatiedeken om mijn benen, ga zitten en pak de koffie op.
Ik ben een uurtje later, maar toch ook niet. Dit weekend is er een uur uit de achtenveertig uur gekaapt. De zomertijd heeft de belofte aan mooie warme dagen in zich. Het uur wordt in het najaar weer teruggegeven. De verloren stonde wordt niet gemist in de natuur om mij heen. De zon heeft zich verslapen.
Er hangt een wolkendeken over de huizen, boven het stadspark is een randje blauw te zien. Een onwelriekende geur komt mijn neusgaten binnen. Het onaangename parfum komt van de geurtjesfabriek en wordt gevangen gehouden onder het watten-wolkendek. Het is een aroma van overrijpe bananen vermengd met rottende vaatdoeken. De fabriek staat aan de rand van de stad en braakt zijn mislukte maandagochtend-geur uit.
Het geluid van een boor komt uit het binnenste van het huis met de blauwe jas, er wordt al vroeg gewerkt. De groene poort staat half open, de hoogte geeft maar net voldoende ruimte aan een kleine volwassene.
In de boom links zit een Siamese tweeling, vanaf mijn stoel kan ik beide duiven niet gescheiden zien. Rechts tikken duivenpoten in de dakgoot, kopjes liefkozen elkaar. Een donsveertje zweeft voorbij.
Een vliegtuig brengt een bliksembezoek aan de schoorsteen-kauwen, in een flits is hij gevlogen. Iets later draalt een kauw over het stenen randje van de schoorsteen, om dan weggejaagd te worden. De kauwen blijven bij hun standpunt, geen bezoek.
Er wurmt zich een enorme vrachtwagen door de straat, een fietser trapt al zingend zijn weg. Voetgangers lopen gehaast over het trottoir.
Een vrouw duwt een lege kinderwagen voor haar uit, achter de school zit een kinderdagverblijf. Haar kind is vandaag onder de pannen. De conciërge opent de deur voor een handjevol kinderen. Ze hollen enthousiast de school in. Een vader levert eerst zijn jongste kind af achter de school en komt dan terug naar de schooldeur met een huppelend kind naast zich. Ook dit kind wordt gastvrij ontvangen bij de deuropening.
Op de bosrank zie ik vrouw merel rondhippen, daarna zit ze op het hoekje van het dak van de aanbouw. Man merel landt even later op precies dat hoekje, terwijl zijn vrouw een boom bezoekt. De bomen laten schuchter hun eerste groen zien.
De donzige knoppen van de witte regen zijn uitgegroeid tot pluimen, nog even en de bloemtrossen zullen bloeien. In het vroege voorjaar heb ik de slingerplant teruggesnoeid voor een nog rijkere bloei.
Ik wacht in het niemandsland na de uitademing en ontmoet de stilte. Als vanzelf dient de inademing zich aan. Ik adem diep in en ruik de stank niet meer. De wolkendeken die er langzaam afgetrokken is, heeft de geur laten ontsnappen. De strakblauwe lucht is zichtbaar en de zon speelt met de schaduw.
Eén gedachte over “ Ochtendritueel X”
Mooi die zingende fietser!
Reacties zijn gesloten.