Ochtendritueel XXXII
De lucht breekt boven mijn hoofd open, een klein stuk blauw wordt zichtbaar. Een koele zachte bries strijkt langs mijn gezicht. De regen van gisteren heeft de stadsnatuur opgefrist. De platte daken dragen plasjes vocht, het karige hemelwater dat gevallen is kan de droogte niet verjagen. Een sproeiverbod is afgegeven tot september om het grondwater niet verder te laten zakken. Toen ik deze week een stuk eerder op mijn plek zat, schitterde de zon in de raampartijen van de woontoren…