Ochtendritueel XIII

Ochtendritueel XIII

De bamboe staat roerloos op het hoekje van het dakterras, rook walmt omhoog uit de schoorstenen. Mijn hoofd hoeft niet te schuilen in de capuchon van mijn jas. Voor me zie ik de sporen van mijn schoenen op de vlonder getekend. Mijn rug rust tegen de schapenvachtleuning, ik zit op mijn vaste plek en adem de frisse lucht in.

Langs de randen van het luchtruim drijven wolken, boven mijn hoofd is het strakblauw. De zon laat de wolken in het oosten op bergen lijken en zet de ramen in het westen in vuur en vlam. In het noorden zie ik de de bovenkant van de uitkijktoren, die in het stadspark staat, boven de huizen uitsteken. In het zuiden is de muur mijn rugdekking, mijn voeten staan op de vlonder.

Drie vliegtuigen reizen naar hetzelfde middelpunt, gelukkig bevinden ze zich op verschillende hoogten getuige de lengte van hun strepen. Vuurwerk explodeert in slow motion in de lucht, wanneer de machines elkaar gepasseerd zijn.

Een hond markeert de grofvuil-container met zijn plas. De volgende viervoeter besnuffelt aandachtig het geurspoor. Kliko’s staan in groepjes langs de straat klaar om geleegd te worden.

Twee felblauwe auto’s komen de straat in, één ervan parkeert tegenover de school. De conciërge stapt uit met een broodtrommel in zijn handen. Hij leegt de brievenbus, voordat hij naar de ingang loopt. Blijkbaar heeft hij meerdere auto’s tot zijn beschikking. De twee andere kende ik, maar deze nog niet. De ruitenwissers van de rode auto die de hoek om komt, maken een krassend geluid. Er ligt een laagje ijs op de autoruit. De volgende auto die start maakt hetzelfde krassende geluid, de auto is ook rood. Verderop in de straat parkeert een blauwe auto, de vrouw die uitstapt draagt onder haar jas witte kleding.

Vogelzang mengt zich met het zingen van mijn dochter die in de badkamer bezig is. Tijdens het tandenpoetsen blijft haar melodie klinken. Er komt een leerkracht aanfietsen en parkeert haar fiets achter de school. De koptelefoon op haar hoofd houdt haar voor nu in haar eigen muziekcocon.

Een duif glibbert over de nok richting een andere duif. Als hij er bijna is vliegt ze weg. De schoorsteen-kauwen hebben het druk met het wegsturen van bezoek. Een merel plukt het mos van het garagedak op zoek naar lekkers. Sommige dotten van de sporenplant vallen op de grond.

Het blad van de gele klaprozen komt tussen de stoeptegels omhoog op de plaats. Een zaaddoos van de eenjarige plant is ooit in een bloempot op mijn vorige adres terecht gekomen en meeverhuisd. De pot is ter ziele, de veldbloem staat ieder jaar op meer plekken te bloeien rondom het huis.

( Net is de bestelde keyboard voor mijn dochter afgegeven aan de deur. De levering is heel wat dagen vertraagd, de tekenen voor de levering waren al aanwezig in de vroege ochtend. )

Eén gedachte over “ Ochtendritueel XIII

Reacties zijn gesloten.

Reacties zijn gesloten.