Ochtendritueel VII
De frambozenbladeren hangen er slap bij, onder de regenton vul ik de gieter met hemelwater. De klaterende straal is te luid voor deze vroege ochtend. Snel draai ik het kraantje dicht om de slapende huizen niet te storen. Het heeft al dagen niet geregend.
Ik installeer me in de rieten stoel, schapenvacht in mijn rug. Ontsnapte haren kriebelen langs mijn wang, de wind komt van rechts. Ik zet het kopje aan mijn lippen en neem een slok van de zwarte drank. De overkill aan Covid19-nieuws zit opgeslagen in het lichaam, het voelt vermoeid. De schouders zitten vast, ik kraak ze los op een uitademing.
Gisteren zat ik op de yogamat en nam een moment de tijd om aan te komen op mijn plek. Het lichaam vertelde me dat het helemaal niet in actie wilde komen, in plaats daarvan liet ik mezelf verstillen tot een meditatie. Midden in de kamer stonden schoenen. Maat vijfenveertig zou normaal gesproken buiten de deur zijn geweest. Nu stonden de voeten onder een bureau op de bovenverdieping. Voetstappen uit de aangrenzende kamer gingen richting de badkamer. Even later hoorde ik de wc doortrekken en liep het geluid weer naar het scherm voor digischool. Tussen de middag aten we met z’n drieën een zelfgemaakte oranjekleurige soep.
In het vogelkoor deze ochtend hebben de duiven de grootste partij, het koeren klinkt van verschillende kanten. Koolmeesjes komen in een rij overvliegen, de snelheid van hun vleugelslag is nauwelijks waarneembaar.
De voorpui van het huis in de verte staat in de steigers, ingepakt in een blauwe jas. Het is de woning naast de grote schuur.
Door het kiertje van de luxaflex achter het badkamerraam ontmoeten de ogen van mijn dochter mij, even later hoor ik een elektrische tandenborstel. Ik zet het lege koffiekopje naast me neer, de smaakherinnering blijft achter op mijn tong. Mijn handen komen samen onder de meditatiedeken, de vingertoppen koud.
Het van rechts overkomende vliegtuig trekt vier strepen, ze waaieren uit tot twee lijnen, daarna één. De trein neemt het geluid van de vliegtuigmotoren over en mee naar links. Een linkervoet trapt ritmisch langs een loshangend fietsslot, het klinkt als een goedgevulde geldbuidel. Ik zie man en dochter van me wegwandelen.
De schoorsteenkauw stapt een rondje over de rand van de pijp, de ander wacht op de stenen ombouw. Ze duiken na elkaar door de schacht op het nest. Een duif loopt over de nok van de garage richting de straat. Stress zorgt ervoor dat het zich ontlast, ik zie buurpoes Floortje loeren.
De kerkklok slaat zeven diepe zware slagen. Het geluid van sirenes klinkt, het probleem is groter dan twee brandweerwagens. Steeds opnieuw komen de alarmsignalen op. Mijn man vertelt me net van een sterfgeval in zijn vaders familie. Mijn schoonvader is thuis uit het ziekenhuis en heeft weer praatjes. Elke ochtend worden we op de hoogte gehouden van zijn herstel, door een ingesproken bericht. Zijn stem klinkt niet meer benauwd.
Het frambozenblad lijkt zich enigszins te herstellen nu de struik heeft kunnen drinken, straks niet vergeten de andere planten water te geven.
2 gedachten over “Ochtendritueel VII”
Liewe Marre,
Ek woon in Kanada en lees graag jou oggend belewenisse voor ek nog ontbyt eet!
So mooi geskryf – soveel vernuf met woorde. (bv. hemelse water🌨) Ek geniet die beskrywing van die verskillende voëls🕊, die geluide in die buurt 🚒 en die avonture van Floortje. 🐈
🌷
thnx voor je complimenten nicht.
Reacties zijn gesloten.