Ochtendritueel VIII

Ochtendritueel VIII

Het is donker, op het scheiden van de nacht zingt een merel zijn volledige repertoire in de boom achter het huis. Boven de buitentrap zijn de lichtpunten van de steelpan te zien. Ieder seizoen spot ik de grote beer op een andere plek aan de hemel. Ik ga naar binnen voor yoga en lezen.

Het is het tweede weekend van de intelligente lockdown. Er is een afname van de stijging van het coronavirus. De curves buigen voorzichtig. Ik heb mijn plek op het dak weer opgezocht en zit tegen mijn schapenvacht. Een koude zaterdagochtend, met een straffe wind. Ik trek de capuchon van mijn jas nog wat verder over mijn hoofd. Er is een stukje uit de rand van mijn koffiekopje, ik draai de oneffenheid van me weg en warm mijn handen. Mijn toneel verandert bij iedere ademhaling en is elk moment nieuw en inspirerend.

Het dak is volledig opgedroogd, de rubberen matten kraakten niet toen ik erover liep op weg naar mijn zitplaats. Ik heb de eerste bloemknoppen in de frambozenstruiken gezien. Koolmeesjes zitten verspreid over de boom achter het huis, de schoorsteen-kauwen houden de wacht bij hun nest.

Het winterkoninkje is terug en zit in de boom links van mij. Hij is dit keer niet alleen, er is gereageerd op zijn contactroep van een aantal dagen geleden. Ik hoor krijsende meeuwen, maar zie ze niet.

Kauwen claimen het alleenrecht op de rand van de gymzaal. Ze snauwen en pikken naar de duiven, vanaf andere daken komt er commentaar op. Schaduwvogels verplaatsen zich snel over de houten wand onder de rand, de tamme duiven maken hun vliegrondjes.

Het geluid van de trein smeert uit van links naar rechts en weer terug. Een motor giert, een vrachtwagen claxonneert, een vliegtuig ploegt langzaam door de lucht, een klok slaat het halve uur. Een rolluik ratelt zijn harde klanken door de straat. Er kantelt een raam, een gordijn opent.

Tussen de losse bladeren onder de ooievaarsbek scharrelt een merel zijn kostje bij elkaar, het scheve kopje vangt het eten al luisterend. De verstoppers onder de strooisellaag worden gevonden, pissebedden. Een slak wordt met smaak uit zijn huis getrokken. Ik ben blij om de merels weer terug in mijn omgeving te zien. Ze zijn door de zachte winters minder geneigd om naar het zuiden (Nederland) te trekken. Ook heeft de afgelopen jaren het usutu-virus (merel-ziekte) de vogels onbehoorlijk gedecimeerd. De huidige populatie is resistent voor het virus, hoe lang gaat het bij de mens duren? Mijn handen zijn schraal, de huid gecraqueleerd. De vet-vernislaag is er afgewassen om het coronavirus buiten de deur te houden.

Ik steun met mijn achterhoofd tegen de muur. De tinnitus in mijn oren is wat meer op de voorgrond vandaag. Ik zie ruis op mijn hoornvlies als ik naar de strakblauwe lucht kijk. Al ademend luister ik naar mijn lichaam.

Dansende muggen bewegen boven de plantenbak , een treintje mieren loopt over de vlonder. Ik zit alweer een uur op mijn plek, de klok slaat het hele uur. De zon heeft veel terrein gewonnen op de schaduw. De merels die de hele tijd in mijn buurt zijn geweest, vliegen weg.

2 gedachten over “Ochtendritueel VIII

Reacties zijn gesloten.

Reacties zijn gesloten.